Omgaan met typisch dreumesgedrag – onze tips!

Het is een rustige morgen op de dreumesgroep van onze kinderopvang aan de Friesestraatweg. Er wordt lekker gespeeld en er hangt een fijne sfeer op de groep. Dan zie ik vanuit mijn ooghoek dat een kind speelgoed afpakt van een ander kind. Terwijl de één er vandoor gaat met het veroverde speelgoed, begint de ander heel hard te huilen. Dit is gedrag dat we vaak zien bij ons op de dreumesgroep en het hoort bij de leeftijd. Net zoals grenzen opzoeken, andere kindjes duwen en soms zelfs bijten. Het is typisch dreumesgedrag. Maar betekent dat, dat je dit gedrag als ouder of pedagogisch medewerker allemaal maar goed moet vinden? Hoe ga je om met dat typische dreumesgedrag?

“Samen spelen met andere kinderen vinden
dreumesen nog erg lastig.”

De dreumes

Als je kind tussen de één en twee jaar oud is, is het een dreumes. In deze fase begint je kind vaak met lopen en praten. Je kind gaat letterlijk en figuurlijk met sprongen vooruit. Ook kan het vaak steeds beter duidelijk maken wat het wil, en vooral wat het níet wil 😉. Niet je zin krijgen leidt regelmatig tot een huilbui. Samen spelen met andere kinderen vinden dreumesen vaak nog erg lastig. Ze spelen vooral naast elkaar in plaats van met elkaar. Vaak zitten hun leeftijdgenootjes bij het spelen alleen maar in de weg. Je dreumes kan zich nog niet goed verplaatsen in het gevoel van een ander. Dat zie je bijvoorbeeld bij het speelgoed afpakken: je kind begrijpt niet dat de ander hier verdrietig van kan worden, hij ziet alleen maar dat leuke speelgoed waar hij graag mee wil spelen.

Eigen behoefte centraal

Dreumesen plaatsen hun eigen behoefte helemaal centraal. Soms kan dit zelfs leiden tot het slaan of duwen van andere kinderen. Vaak doen dreumesen dit omdat ze willen dat bepaald gedrag stopt. Doet een ander kind iets wat je niet leuk vindt, dan geef je hem of haar gewoon een duw. Of doet het andere kind juist niet wat jij wil dat het doet, dan wordt er zomaar een tik uitgedeeld. Het is aan ons, ouders en pedagogisch medewerkers, om kinderen duidelijk te maken dat dit niet de juiste manier is om dingen op te lossen en vooral om ze te laten zien hoe je dat wel doet.

“De dreumes- en peuterpuberteit is het eerste stapje naar zelfstandigheid.”

Dreumes- en peuterpuberteit

De zogenaamde peuterpubertijd begint vaak al bij kinderen als ze anderhalf jaar oud zijn, dus eigenlijk nog een dreumes. Iedere ouder kan het bevestigen: het is een moeilijke fase 😅. Maar: ook een noodzakelijke fase in de ontwikkeling van je kind! Het is het eerste stapje naar zelfstandigheid en het ontdekken van een eigen mening en wil. Deze fase zal er bij elk kind anders uitzien, dat hangt helemaal af van het karakter van je kind. Maar meestal gaat het samen met veel koppigheid en veel (héééél véééél…) het woordje ‘nee’ gebruiken. Meer over de peuterpuberteit lees je in ons blog ‘Waarom een koppige peuter en de nee-fase eigenlijk heel goed zijn‘.

Hoera, een dwarse dreumes!

Moet je je zorgen maken als jouw kind zich enorm tegendraads gedraagt en luisteren verleerd lijkt te zijn? Nee hoor, in tegendeel juist! Het klinkt misschien een beetje gek, maar het is juist een heel goed teken als je kind dwars en koppig durft te zijn. Meestal laten kinderen alleen thuis dwars of lastig gedrag zien en zijn het bij andere mensen engeltjes. Als ouder kun je hier flink gefrustreerd door raken: doe jij het verkeerd, of probeert je kind jou gewoon uit te dagen? Het antwoord is nee: je doet niets verkeerd, je bent juist een hele veilige, geliefde en vertrouwde basis voor je kind! Dwarse dreumesen en puberende peuters zijn flink aan het experimenteren met hun eigen wil. En de beste plek om dat te doen, is de plek waar je je het veiligst voelt: in de vertrouwde nabijheid van je ouders. Eigenlijk is het dus een groot compliment als je kind je flink aan het uittesten is 😉.

“Een positieve benadering werkt beter dan berispen of straffen.”

Omgaan met dreumesgedrag: onze tips!

Hoe lastig dat typische dreumesgedrag soms ook kan zijn, we hebben een aantal hele praktische tips voor je om er op een goede manier mee om te gaan! Een fijne en gezellige dag met de dreumesen op het kinderdagverblijf valt of staat met deze tips 😁.

1. Positief benaderen

Een positieve benadering werkt in praktisch alle gevallen beter dan berispen of straffen. Het is niet voor niets één van de uitgangspunten van ons pedagogisch beleid. Probeer wanneer het kan zoveel mogelijk ongewenst gedrag te negeren. Benoem in plaats daarvan juist wat je kind wel goed doet. Hierdoor krijgt je kind meer zelfvertrouwen en zal hij of zij uiteindelijk vaker gewenst gedrag laten zien. Als je kind wel ongewenst gedrag liet zien, benoem dan wat je van hem of haar verwacht in plaats van te zeggen wat er niet mag. Rent je kind bijvoorbeeld door de kamer, vraag dan om rustig te lopen. Wordt er speelgoed door de kamer gegooid? Laat dan zien hoe je het speelgoed wél moet gebruiken. En dat kun je natuurlijk gelijk als kans gebruiken om even lekker samen met je kind te spelen 😊.

2. Grenzen stellen

Wanneer je kind iets doet dat niet mag, is het belangrijk om grenzen te stellen. Op deze manier leer je hem of haar wat ‘goed’ en ‘slecht’ is. Grenzen bieden een kind duidelijkheid en daarmee creëer je ook direct veiligheid. Elke dreumes zal op zoek gaan naar de grens: hoever kan ik gaan voordat iemand er wat van zegt? Geef daarom duidelijk aan wat wel en niet mag en vertel daarbij ook welk gedrag je wél graag wilt zien. Consequent zijn is hierbij heel belangrijk. Als het soms wel mag en soms niet, of van papa wel en van mama niet, is dit heel verwarrend en zal je kind je blijven uittesten.

“Een knipoog, ‘goed gedaan’ of schouderklopje werkt heel goed!”

3. Gewenst gedrag belonen

Een voor veel ouders logische en soms zelfs automatische reactie is om een consequentie (of straf) te verbinden aan ongewenst gedrag. Bijvoorbeeld: “Als je nu niet stopt met eten gooien dan krijg je geen toetje”. Of: “Als je nu niet je jas pakt gaan we niet naar de kinderboerderij”. Maar, door te straffen leert je kind niet welk gedrag hij wél moet laten zien. Er verandert dus uiteindelijk niets, want je dreumes of peuter heeft een volgende keer geen idee wat er wél van hem verwacht wordt. Bedenk ook dat het gedrag dat je kind laat zien meestal heel erg passend is bij de leeftijd, je kind denkt nog niet na over de gevolgen van zijn of haar gedrag. Straffen werkt dus niet.

Wat wel werkt is positief gedrag van je kind belonen. En dat belonen kan in hele kleine dingen zitten. Een knipoog, ‘goed gedaan!’ of schouderklopje werkt al heel goed. Maar, je beloont je kind het beste met quality time (side note: ook fijn voor jou!). Even samen een spelletje doen nadat je kind keurig z’n speelgoed heeft opgeruimd. Samen een boekje lezen op de bank als je kind zonder morren z’n kleren aantrekt. Je kind leert hierdoor dat ‘goed’ gedrag iets positiefs oplevert, en zal daardoor het gewenste gedrag vaker laten zien.

Alles komt goed

Wees dus gerust; er is niks mis met je kind als hij of zij speelgoed afpakt, een ander kindje eens een tik geeft, met eten gooit of je probeert te bijten. Het is gedrag dat hoort bij de leeftijd. Hoe jij als ouder en hoe wij als pedagogisch medewerkers met dit typische dreumesgedrag omgaan, maakt alle verschil. We hopen dat de tips van hierboven je een eind op weg helpen. En houd in je achterhoofd dat het maar een fase is en het uiteindelijk allemaal vanzelf weer voorbij gaat 😉.

Deze blog is geschreven door Lianne, pedagogisch medewerker op de dreumesgroep van Het Toddlers Huis aan de Friesestraatweg.